Diverse studiegebieden
Het decreet betreffende de hogescholen van 13 juli 1994 spreekt van het studiegebied sociaal-agogisch werk dat opleidt tot bachelor in de orthopedagogie, bachelor in het sociaal werk, bachelor in de toegepaste psychologie. In het academiejaar 2004-2005 worden de bachelor in de maatschappelijke veiligheid, de master in het sociaal beleid en de master in het sociaal werk toegevoegd. Ondanks de scherpe afleiding per diploma bestrijkt het sociaal-agogisch werk een uitgebreid veld van overlappende werkterreinen. De wazige begrenzing is ondermeer een gevolg van de verzuiling, de raakvlakken met andere sectoren zoals de medische, de verplegings-, de onderwijssector… en het naast elkaar bestaan van werksoorten zonder gestructureerde samenwerking. Zo wordt de bachelor in de orthopedagogie met diverse doelgroepen geconfronteerd: bijzondere jeugdbijstand, het algemeen welzijnswerk, de geestelijke gezondheidszorg, personen met een handicap, het [ped]agogisch werkveld, de ouderenzorg, etnische en culturele minderheden…. De bachelor in het sociaal werk kiest uit vier afstudeerrichtingen: maatschappelijk advisering, personeelswerk, sociaal-cultureel werk of maatschappelijk werk. Ongeacht de afstudeerrichting belandt hij of zij in het educatief werk, de gezondheidszorg, het jeugdwerk, het Ocmw, het onderwijs, de overheid, justitie, kind en gezin, de samenlevingsopbouw, huisvesting, tewerkstelling, volksontwikkeling, zelfhulp… De bachelor in de toegepaste psychologie komt terecht in de gezondheids-, de schoolpsychologie, de psychopedagogie, de klinische, de forensische, de arbeids-, organisatie- en consumentenpsychologie.
Een kruispunt van doelgroepen, methodieken, beroepen en werkterreinen
Het is duidelijk dat het sociaal-agogisch werk zich op een kruispunt bevindt van doelgroepen, methodieken, beroepen en werkterreinen. Omwille van dit ruime publiek waarvoor de wiki bedoeld is, houden die vormelijk en inhoudelijk het midden tussen een naslagwerk en een gids enerzijds, tussen een zelfstudiepakket en een cursus anderzijds. Verschillende indelingen zijn mogelijk en elke indeling is per definitie arbitrair. De indeling is thematisch en doelgroepgericht, niet methodisch of organisatorisch. Wie informatie zoekt, interpreteert de voorgestelde categorieën niet te eng.
Digitale of analoge naslag?
Sadan maakt geen onderscheid tussen digitale of analoge informatie, het papieren tijdperk is niet volledig voorbij. Analoge info is informatie op papier, ook folio genoemd. De term ‘digitaal’ of ‘elektronisch’ wil zeggen uitsluitend met behulp van informatie en communicatie technologie [Ict] te consulteren. In Sadan doet het er niet toe wat de aard van de informatie is [folio of digitaal], op welke drager ze is opgeslagen [op vaste of verwisselbare schijven] noch hoe je toegang krijgt [via de harde schijf, een lokaal netwerk of on line, gratis of betalend]. Informatie is niet louter vorm, maar vooral inhoud.
Het begrip ‘Naslag’ is breed geïnterpreteerd. Het gaat om het zoeken, het vinden en het verwerken en presenteren van je gevonden informatie. Wie Sadan bestudeert en bewerkt, ontdekt dat de informatiewereld niet langer een jungle is maar een handig instrument.