Lexicon

SADAN gebruikt moeilijke woorden. Hier krijg je ze opgesomd en verklarende links.

Table of Contents

A

  • Abstract: zakelijke synthese van een [primaire] bron. Synoniemen zijn excerpt, referaat, summary.
  • Abstracttijdschrift: [abstract journal of referaattijdschrift] maakt syntheses van publicaties en geeft een bibliografische beschrijving. Onder elke titel wordt een korte zakelijke synthese [abstract] gegeven.
  • Access provider: sluit aan op het internet en laat derden mits betaling meegenieten.
  • Access: toegangsprocedure tot een server via username en wachtwoord.
  • Acrobat Reader
  • Actief: beschrijft het venster dat gebruikt of geselecteerd is. De toets of de opdracht die je kiest, geldt voor het actieve venster. Niet-geselecteerde vensters zijn niet actief.
  • ActiveX: technologie die software samen laat werken in een netwerk.
  • Adresboek
  • Adreslijst: [mailing list] verzameling mailadressen van wie in een onderwerp geïnteresseerd is. Wie op de lijst staat, ontvangt alle mail over het onderwerp. Berichten die je verstuurt, komen bij alle abonnees. Adreslijsten bieden de mogelijkheid aan gebruikers met gemeenschappelijke interesses om contact te houden.
  • Adsl: [Asymmetric digital subscriber line] geeft permanente internettoegang. Je houdt de mogelijkheid om te telefoneren. De verbinding is snel en zonder inbelprocedure.
  • Aflevering: elk van de delen van een seriële publicatie, zoals die achtereenvolgens verschijnen.
  • Afstandsleren: afgeleid van 'distance learning' en betekent dat de cursist de leeractiviteiten overal en op elk moment kan ondernemen.
  • Anagram
  • Antoniem: tegenstelling, antoniem van synoniem.
  • Archief: 1. organisch groeiend geheel documenten; 2. organisatie belast met het bijeenbrengen, beheren en ter beschikking stellen van archiefstukken; 3. ruimte die archiefstukken bewaart.
  • Artotheek: 1. organisatie die werk van beeldende kunstenaars uitleent of in verkoopt; 2. bibliotheekafdeling die originele werken of reproducties van beeldende kunst verzamelt en uitleent.
  • Auteurscatalogus: catalogus die de titels van de collectie alfabetisch rangschikt op auteursnaam.
  • Auteursrecht: uitsluitend recht van de maker van een werk [letterkunde, wetenschap of kunst] om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens wettelijke beperkingen.
  • Avatar: virtueel personage.
  • Avm: [Audiovisuele materialen] alle infodragers die beeld en geluid vastleggen en apparatuur vereisen om die info te raadplegen.
  • Applicatie: softwaretoepassing, programmatuur.

B

  • Beeldbank
  • Beheerder: verantwoordelijk voor netwerken of lokale pc’s, de accounts, de wachtwoorden, netwerkproblemen, systeemwijzigingen, het installeren van software. Heeft toegang tot alle bestanden en accounts.
  • Bestand: dataverzameling voor een programma of een document.
  • Bestandstype: operationele of structurele kenmerken van een bestand. Het type geeft het programma aan dat het bestand opent. Bestandstypen zijn gekoppeld aan de extensie [zie extensie].
  • Besturingssysteem: Software die hardware beheert en zorgt voor een interface voor toepassingen. Windows en MacOS X zijn voorbeelden. Linux niet, dat is een kernel.
  • Bewaarbibliotheek: bewaart alle verworven publicaties in goede staat en leent niet uit.
  • Bibliografie
  • Bibliografische beschrijving: geheel van regels die een document of object identificeren.
  • Bibliografische classificatie: ontsluit documenten in een bieb, een catalogus of bibliografie.
  • Big Brother
  • Bijschrift
  • Binair: stelsel met twee getallen als basis, drukt waarden uit in combinaties van nul en één.
  • Biografie: levensbeschrijving van een persoon.
  • Bit: [Binary digit of binair cijfer] de kleinste informatie eenheid voor een pc. In een binair cijfer vertegenwoordigt een bit 1 of 0. Acht bits vormen een byte [zie byte].
  • Blaaspijp: hulpmiddel voor mensen met een bewegingshandicap als alternatief voor de muis. Het blazen verplaatst de muisaanwijzer.
  • Blended learning: gemixt leren, combineert online leren met contactmomenten op de campus.
  • Blog: Contamineert website en logboek (weblogboek) en is een bijzonderd site omwille van de regelmaat in het vernieuwen, het interactieve karakter en de chronologische infopresentatie. Doorgaans is er een mogelijkheid om de berichten per rubriek te sorteren. Op de voorpagina staan de recentste bijdragen. Blogs zijn thematisch: lifelogs [dagboek], nieuwslogs, een stadsblog, fotoblogs, linklogs, shocklog http://www.geenstijl.nl en http://www.VolkomenKut.com, toerisme of reisblogs, businesslogs… http://gameovergames.skynetblogs.be focust op het thema gaming en e-cultuur. Een blog maken doe je in drie stappen: na aanmelding [bij www.blogger.com of www.skynet.be] kies je een naam en een titel, selecteer je een lay-out en je kan beginnen. Overzichten op http://standaard.typepad.com/dso, http://weblog.pagina.be en http://weblog.pagina.nl.
  • Blogosfeer
  • Booleaanse operatoren
  • Bps: [Bits per seconde] eenheid van bandbreedte. Het aantal bits dat per seconde wordt verzonden, meet de snelheid waarmee een apparaat gegevens overdraagt.
  • Breedband: verbinding met hoge snelheid via standaardtelefoonverbindingen, minstens 256 kilobytes per seconde [kBps]. Dit type verbinding wordt ook wel Digital subscriber line [Dsl] genoemd.
  • Broncode: Leesbare codes om pragramma's te maken en aan te passen.
  • Browsen
  • Browser: navigatiesoftware die Html-bestanden interpreteert. Sommige browsers verzenden en ontvangen mailberichten, lezen nieuwsgroepen en spelen geluids- of videobestanden af. Internet explorer en de Netscape worden meest gebruikt.
  • Bug: softwarefout. www.bugnet.com geeft een overzicht en helptips.
  • Bureaublad: werkgebied op je scherm dat vensters, pictogrammen en menu's toont.
  • Byte: kan veel gegevens vertegenwoordigen: een letter, een cijfer of een ander teken. Een byte bevat doorgaans één teken. Sommige tekens bestaan uit meerdere bytes.

C

  • Catalogus
  • Citation index
  • Classificatie
  • Competentie
  • Cyberspace
  • Catalografie: het aanvullen van gegevens in een catalogus, een activiteit van de bibliothecaris.
  • Cd-r: Recordable compact disc, een beschrijfbare cd waarop je gegevens eenmaal kan kopiëren.
  • Cd-rw: Rewritable compact disc, herschrijfbare cd waarop je de data meermaals kan kopiëren en wissen.
  • Chat: live berichten uitwisselen met anderen. Bijvoorbeeld via www.chat.be.
  • C-learning: [Classroom learning] het klassieke leren in de aula of een lokaal. In tegenstelling ot E-learning.
  • Client: computer of programma dat verbinding maakt met services of services aanvraagt op een andere computer of programma. Kan verwijzen naar de software die de verbinding maakt. In een netwerk is een client een pc die toegang verkrijgt tot netwerkbronnen van een andere computer [zie: server].
  • Collectie: verzameling documenten, bijeengebracht op basis van criteria.
  • Compressie: techniek die bestanden kleiner maakt. Comprimeren kan met [grafische bestanden] en zonder gegevensverlies [databestanden]. Verkleinde bestanden herken je aan de extensie. Verliesloze extensies zijn .zip en .arj. .gif en .jpg wijzen op dataverlies. Comprimeren gebeurt met software die data codeert. Om een gecomprimeerd bestand [zoals .zip] te lezen moet je het decomprimeren of unzippen.
  • Conversie: omzetting van het ene bestandsformaat naar een ander.
  • Cookies: bestanden met info over je internetgedrag. Bij een volgend bezoek past de pagina de inhoud aan je vorig surfgedrag aan . Voor de gebruiker is dit tijdswinst. Cookies worden bewaard in de map cookie.txt of in Cookies als deel van Windows. Browsers accepteren ze, maar je kan de browser ze laten weigeren of toestemming laten vragen [bij Explorer via Extra/Internet-opties/Beveiliging/Aangepast niveau/Cookies; bij Netscape via Edit/Preferences/Advanced/Cookies].
  • Cumulatieve bibliografie: verschijnt periodiek waarbij de nieuwste aflevering de beschrijvingen uit de vorige opneemt.

D

  • Data
  • Delicious
  • Digitale kloof
  • Document
  • Databank: [database] verzameling verwante informatierecords zo georganiseerd dat zij met een informatiesysteem terug gevonden worden. Databases zijn samengesteld door informatieverzamelaars en bestrijken uiteenlopende onderwerpen. Niet alle databases zijn gratis. Men onderscheid doorgaans vijf soorten databases op basis van hun vorm: bibliografische bestanden, feitelijke of numerieke bestanden, fulltext bestanden, image bestanden en expertsystemen.
  • Default: standaardinstellingen van een programma. Als er geen keuze gemaakt wordt tussen mogelijkheden maakt het programma zijn veronderstelling of default.
  • Defragmentatie: proces dat bestandsdelen verplaatst naar grens sectoren op de vaste schijf om de toegangstijd te verkorten en het ophalen van het bestand te versnellen. Als bestanden worden bijgewerkt, worden de nieuwe delen opgeslagen in de aangrenzende ruimte op de vaste schijf, die zich in een andere sector bevindt dan de rest van het bestand. Als bestanden gefragmenteerd raken, moet de computer de vaste schijf doorzoeken om alle delen te vinden. Dit zoekwerk kost tijd.
  • Depot: magazijn van een bieb dat het minst gebruikte deel van de collectie herbergt.
  • Digibeet: een digitale analfabeet.
  • Digitaal: staat tegenover analoog en wil zeggen dat informatie wordt verwerkt in bits [in nullen of enen]. Digitaliseren is het omzetten van info naar een digitale vorm zoals scannen en ocr.
  • Digital video disc: [Dvd] ziet eruit als een Cd-rom, maar kan meer gegevens aan. Dvd's worden gebruikt voor de opslag van speelfilms en multimedia die veel opslagruimte vereisen.
  • DirectX: staat in voor geavanceerde multimediamogelijkheden op je computer.
  • Discotheek: organisatie of afdeling van een bieb die zich inlaat met de collectievorming, het ontsluiten en het ter beschikking stellen van geluidsdocumenten.
  • Discussiegroepen: [fora] maken het mogelijk te communiceren via berichten en reacties per onderwerp. Een combinatie van berichten en reacties van één onderwerp is een thread of discussie-draad.
  • Domein: naam die een beheerder geeft aan een groep computers die een directory delen. Domeinnamen maken deel uit van de naamstructuur van Dns [Domain name system] en bestaan uit door punten gescheiden naamlabels. Elk domein heeft een unieke naam.
  • Downloaden: informatie van het internet naar de pc halen. In tegenstelling tot uploaden, de term die aanduidt dat je informatie naar het net stuurt [e-mailen, chatten…].

E

  • E-cultuur
  • Eindnoot
  • Elektronische snelweg
  • Embedcode, embedden
  • Encyclopedie
  • Ean-code: barcode met een uniek identificatienummer [Isbn in het geval van boeken, Issn in het geval van tijdschriften]. Isbn evolueert naar Ean tegen 2007. Ean staat voor European Article Number [door de VS overgenomen als ‘International’ article number]. Meestal dertiencijferig waarvan de eerste zes het identificatienummer van de producent zijn, de volgende vijf het itemnummer. Het laatste cijfer is een controlecijfer.
  • Excerpt: zie abstract.
  • Éénfunctietoets: hulpmiddel dat mensen met een bewegingshandicap helpt om met kleine bewegingen de computer te bedienen.
  • E-Learning: [afstandslerenleren] via internet wordt gebruik gemaakt van communicatiemiddelen zoals e-mail en discussiegroepen. E-learning kan in brede zin gedefinieerd worden als leren via een netwerk waardoor de leerstof altijd bereikbaar is [niet de docent] en de cursist zijn weg en tempo bepaalt. De docent zorgt voor aanpasbare omgeving en biedt instrumenten aan [virtueel klaslokaal, simulaties, samenwerken, communities en "live" leren].
  • Electronic classroom: vergelijkbaar met een traditioneel klaslokaal. Het 'lokaal' is uitgebreid met multimedia hulpmiddelen ter ondersteuning van het leren.
  • Emoticon: [smiley] samentrekking van emotie en icoon. Tekens drukken samen een gevoel uit. Ze komen in varianten voor in e-mails. De lachende basis is :-) Wie niet begrijpt wat bedoeld wordt, kantelt het hoofd naar links en zegt :-o
  • Extensie: lettercode van drie [uitzonderlijk vier] karakters achter de punt in een bestandsnaam. Voorbeelden zijn: .doc, .txt, .xls, .ppt repectievelijk voor Worddocumenten, kladblokdocumenten, Exceldocumenten en PowerPointdocumenten. Een extensieoverzicht op www.xs4all.nl~gabos/woorden/extens/index.htm. Andere voorbeelden zijn .exe voor progamma’s [executable file], .gif en .jpg voor afbeeldingen, .mov voor video, .mpeg voor een gecomprimeerde video en .wav voor geluid.
  • Excerperen: het maken van titelbeschrijvingen door de bibliothecaris van artikelen uit tijdschriften en seriële publicaties, zodat ze ontsloten worden via de catalogus.
  • Extranet: een deel van intranet toegankelijk voor buitenstaanders [cliënten, partners,…] die zo een deel van de info gebruiken.

F

  • Facebook
  • Flickr
  • Folio
  • Franse pagina
  • Fulltext
  • Faq: [frequently asked questions] overzicht van veel gestelde vragen. Klik hier voor Klik hier voor de SADANFAQS.
  • Fair use: Het citeren van stukjes uit literair of muzikaal werk is geen plagiaat. Hoe groot deze stukken, hoe vaak of in welke context de citaties gebruikt mogen worden, verschilt van land tot land.
  • Filiaal: vestiging van een openbare bibliotheek die als eerstelijn werkt in een geografisch deel van een bibliotheeksysteem. Een filiaal beschikt over een vaste collectie en eventuele wisselcollecties.
  • Filteren: stellen van criteria die sommige info wel en andere niet door laat. Filteren is niet gelijk aan censuur. Gezien de informatievloed is filteren essentieel.
  • Firewall: combinatie van hardware en software die een pc of een netwerk beveiligen tegen hackers en de aandacht van de werknemers richt op professioneel internetgebruik.
  • Fototheek: geordende en ontsloten verzameling foto’s met eventuele bijhorende teksten.
  • Forum: virtuele ontmoetingsplaats, zie discussiegroepen.
  • Fragmentatie: de verspreiding van delen van één bestand over verschillende gebieden van een schijf. Fragmentatie ontstaat door het verwijderen van oude bestanden en het toevoegen van nieuwe. Fragmentatie maakt de toegang tot de schijf trager en benadeelt de prestaties van schijfbewerkingen.
  • Freeware: gratis software met een copyright. Ook wel FLOSS (Free Libre Open Source Software), een Engelse compromisnaam gebruikt in teksten die neutraal willen blijven.
  • File transfer protocol: [Ftp] verstuurt bestanden tussen pc’s. Het gebruik is gedaald sinds de komst van het www. Kent een eigen commandotaal.
  • Fulltext: elektronisch document dat hoofdzakelijk uit tekst bestaat: bibliografische nota’s, wetenschappelijke publicaties, nieuws [persberichten, tijdschrift- en krantenartikelen], encyclopedieën, literaire bronnen, juridische informatie… Een eigenschap van fulltext is dat je de tekst op alle voorkomende woorden kan doorzoeken. Dit maakt het mogelijk specifieke woorden in publicaties te vinden met een relatief kleine tijdsinvestering. Deze manier van zoeken biedt de mogelijkheid tot het vinden van publicaties die vrijwel zeker zouden gemist worden als je enkel naar de titels en de synthese zoekt via een bibliotheeksysteem.
  • Functietoetsen: zie klavier.

G

  • Gis
  • Grasduinen
  • Geïntegreerd bibliotheeksysteem: geautomatiseerd systeem dat de functies en processen [acquisitie, ontsluiting, uitlening] samenvoegt.
  • Genrecatalogus: catalogus die de titels rangschikt op genre.
  • Gewone tekst: gegevens die niet zijn gecodeerd. Gewone tekst wordt soms leesbare tekst, platte tekst of tekst zonder opmaak genoemd.
  • Gigabyte: [Gb] 1024 megabytes, of 1 miljard bytes.

H

  • Handboek
  • Hyper
  • Hyperlink
  • Hypertekst
  • Hacker: [computerkraker] inbreker in computerbestanden.
  • Hardware: de fysieke onderdelen van een computer inclusief randapparatuur.
  • Hoofdwoordencatalogus: catalogus waarin de titels alfabetisch gerangschikt zijn op hoofdwoorden.
  • Hostcomputer: systeem dat toegang geeft aan derden.
  • Hotspot: [Wifi] België telt in 2004 440 publieke plaatsen met draadloze internettoegang. Aanbieders zijn Belgacom en Proximus, Telenet, Megabeam.
  • Html: [hypertext markup language] programmeertaal voor webpagina’s. Andere zijn java, javascript, cgi [common gateway interface], asp [active server pages] en de Flash-plugin van Macro-media. Voorbeelden van Flaschsites: www.monkey.com, www.daspascals.be, www.verne.be ewww.rustboy.com/rustweb.htm.
  • Http: [hypertext transfer protocol] geheel van afspraken om hypertextinformatie over internet te versturen.
  • Https: Idem als hierboven, maar versleuteld: s wijst op secure. Een login is nodig om te participeren.
  • Hub: gemeenschappelijk aansluitpunt voor netwerkapparaten. Een hub bevat meerdere poorten en wordt gebruikt om de elementen van een Local area network te koppelen. Als gegevens bij een poort aankomen, worden ze naar de andere gekopieerd, zodat ze in alle elementen van het Lan worden gezien.

I

  • Ict
  • Informatie
  • Inhoudstafel
  • Interface
  • Inbelverbinding: netwerkverbinding via telefoon.
  • Index: zie register. Meervoud: indices.
  • Informatiesysteem: geheel van mensen, procedures en apparatuur in een organisatie die gegevens verzamelen, verwerken, opslaan en weergeven.
  • Installeren: toevoegen van programma’s aan de vaste schijf zodat de software kan worden uitgevoerd. Installeren is anders dan upgraden.
  • Interface: bedieningsdeel en vormgeving van het beeld op je scherm.
  • Intranet: in tegenstelling tot het internet dat voor iedereen toegankelijk is, beperkt intranet zich tot een doelgroep [geldt ook voor extranet]. Het wordt gebruikt door middelgrote tot grote kennisintensieve ondernemingen is afgeschermd voor buitenstaanders door een login en een paswoord.
  • Irc: chatten, ontwikkeld in Finland 1988 laat toe om rechtstreeks te communiceren [in real time] babbelbo, chatters ontwikkelden een eigen idioom.
  • Isbd: [international standard bibliografic description], internationale standaard voor bibliografische beschrijving.
  • Isbn: [international standard book number] bestaat sinds 1975 en is het identificatienummer van het boek bestaande uit tien cijfers en vier groepen.
  • Isdn: [Integrated services digital network] snelle, digitale telefoonservice. Wie een isdn-lijn heeft, beschikt over twee telefoonlijnen, te bezetten naargelang de behoeften. Aan een contactpunt verbind je een pc die sneller dan de modem het internet op gaat. Als je het tweede contactpunt mee bezet, gaat het dubbel snel, maar is er geen lijn voor andere apparaten. Isdn is minder snel dan Adsl.
  • Issn: [Intenational standard serial number] wordt gebruikt bij tijdschriften en op te sporen via www.issn.org.

J

  • Juridische pagina
  • Joker: zie truncatie.
  • Java: programmeertaal te gebruiken op elke computer.

K

  • Kennis
  • Kabelmodem: apparaat dat via de kabeltelevisie een breedbandverbinding met internet opzet. Snelheden lopen uiteen.
  • Kabelverbinding: via de kabel kom je op internet. Telenet in Vlaanderen, Tvd in het Leuvense en het Brusselse Brutélé installeren een kabelmodem die voor een permanente internetverbinding zorgt.
  • Kernel: beperkte besturingskern (bv. Linux) van (vrije) software.
  • Klavier: op het klavier komen tekens voor die vaak gebruikt worden bij het mailen of op het internet.
  • Kritische bibliografie: bibliografie die de publicaties voorziet van commentaar of beoordeling.
  • Kruisverwijzing: een verwijzing naar een andere plaats in het register [index], in de trefwoordenlijst of de bladwijzer. Bijvoorbeeld: register zie index.

L

  • Lexicon
  • Lineair
  • Linkedin
  • Lan: [local area network] netwerk in een organisatie, instelling of thuis.
  • Lemma: het geheel van hoofd- en subingangen, kruis- en paginaverwijzingen in een index.
  • Lexicon: wetenschappelijk woordenboek of encyclopedie, doorgaans betrekking hebbend op een vakgebied of de woordenschat van een schrijver.
  • Literatuurgids: overzicht van secundaire bronnen, naslagwerken en handboeken over een vakgebied of een onderwerp. Meestal selecterend en evaluerend.
  • Literatuuronderzoek: bibliografisch onderzoek of het gericht bestuderen van literatuur om die info te verzamelen die inzicht geeft in een onderwerp.
  • Lopende bibliografie: in afleveringen verschijnende bibliografie met een doorlopende vermelding van nieuwe uitgaven.

M

  • Mailing list: zie adreslijst.
  • Map: een container voor programma's en bestanden weergegeven in de vorm van een map. Een map ordent programma's en documenten en kan zowel bestanden als submappen bevatten.
  • Media: objecten waarop computergegevens kunnen worden opgeslagen. Voorbeelden zijn de vaste schijf, Dvd en Cd-rom.
  • Mediatheek: geordende en ontsloten collectie van voornamelijk niet-boeken en apparatuur voor opname en weergave.
  • Megabyte: [Mb] 1.048.576 bytes of 1 miljoen bytes.
  • Metagegevens of metadata: gegevens over gegevens. Metagegevens kunnen bestaan uit de titel, het onderwerp, de auteur en de bestandsgrootte.
  • Metatags: trefwoorden die de webpagina voor zoekmachines omschrijven.
  • Microfiche: fotografische film, meestal formaat A6 dat microfilmbeelden in een rasterpatroon rangschikt.
  • Microfilm: film die lineair microfilmbeelden gerangschikt. Gangbare breedte zijn 16,35 en 105 mm.
  • Mirror site: zie spiegelsite.
  • Modem: [modulator/demodulator] apparaat dat via een telefoonlijn gegevens verzendt en ontvangt. De zendende modem zet digitale gegevens om in analoge signalen. De ontvangende modem zet de analoge signalen om in digitale data.
  • Monografie: publicatie handelend over één onderwerp of wetenschapsdeel.
  • Moore, wet van: de ontwikkeling waarbij de capaciteit van de Ict-apparatuur elke 18 maanden verdubbelt en het machinevolume halveert.

N

  • Nawerk
  • Netvibes
  • Netwerk: computers, printers en scanners die communiceren. Netwerken kunnen klein of groot zijn, permanent [kabels] of tijdelijk [inbellen of draadloos].
  • Notatie: symbolen in een classificatiesysteem die de klassen en subklassen aanduidt en zo de rangorde bepalen.
  • Nugi: [Nieuwe uniforme genre indeling] classificatiesysteem in de boekhandel, wordt vervangen door Nur.
  • Nur: [Nieuwe uniforme rubriekindeling] classificatiesysteem in de boekhandel, vervangt Nugi.

O

  • Onderwerpsgids
  • Opbrengst
  • Ocr: tekstherkenning, wordt gebruikt bij het scannen van tekstdocumenten.
  • Onderwerpscatalogus: catalogus waarin de titels gerangschikt zijn naar onderwerp.
  • Onderwerpsontsluiting: inhoudelijke ontsluiting van publicaties met behulp van een classificatie of woordsysteem.
  • Opt in'-regeling: legt het ongevraagd verzenden van reclame via mailinglijsten aan banden. Organisaties en instellingen met een elektronische nieuwsbrief genieten een soepele regel. Ze kunnen ongehinderd mails sturen als de bestemmeling weet hoe hij zich kan uitschrijven.

P

  • Periodiek
  • Pertinentie
  • Picassa
  • Portaal
  • Positionele operatoren
  • Precisie
  • Partitie: deel van een schijf die werkt als een afzonderlijke schijf betreft. Als je een partitie maakt, moet je ze formatteren en er een stationsletter aan toewijzen voor je er gegevens op zet.
  • Pictogram: afbeelding om een object aan te geven waarmee de gebuiker kan werken. Pictogrammen fungeren als geheugensteuntjes en stellen je in staat acties uit te voeren zonder opdrachten te onthouden of ze met het toetsenbord op te geven.
  • Pixel: kleinste element [punt] in een raster die samen een beeld vormen op het scherm van een computer of op papier door een printer. De resolutie is de hoeveelheid informatie op je scherm, uitgedrukt in pixels.
  • Pob: [plaatselijke openbare bibliotheek] sinds 1978 is elke Vlaamse gemeente verplicht tot het oprichten van een pob. Er zijn er ongeveer 310.
  • Poort: verbindingspunt op de computer waarop je apparaten aansluit.
  • Postscript: taal voor laserprinters die uiteenlopende lettertypen ondersteunt en garant staat voor grafische afbeeldingen. Postscript is de standaard voor desktoppublishing, omdat het wordt ondersteund door printers met hoge resolutie.
  • Prentenkabinet: ruimte in een bibliotheek waar de prentencollectie wordt bewaard of tentoongesteld.
  • Protocol: regels voor het verzenden van info via een netwerk met betrekking op de inhoud, indeling, timing, volgorde en foutcontrole.
  • Provider: organisatie die de toegang tot internet regelt. Wie op internet gaat, maakt verbinding met een provider en krijgt alle info binnen via de provider. Soms gratis, meestal betalend. Verbinding maken met het internet kan op via een inbel-aansluiting, een Gsm, via Isdn en Adsl, via de kabeltelevisie of de satelliet…
  • Proximity search: zoektechniek waarbij je zoekt op woorden die in de nabijheid staan.

Q

  • Quicktime: bestandsformaat van Apple voor gecomprimeerde video die op Apple en met Windows quicktime viewer getoond worden. Ook .mov.

R

  • Referentiesystemen
  • Relationele operatoren
  • Relevantie
  • Repertoria
  • RSS
  • Redirects: Een redirect is een hyperlink die synonieme begrippen doorverwijst. Van eisprong naar ovulatie, van United States naar Verenigde Staten, van WTC naar World Trade Center van Ijsselmeer naar IJsselmeer. Vaak gebruikt in Wikipedia. Heeft voor- en nadelen.
  • Referaat: zie abstract.
  • Referentie: citatie, literatuurverwijzing.
  • Referentiewerk: naslagwerk.
  • Register: [index] lijst van geselecteerde termen, namen of onderwerpen die in een verzameling voorkomen met de verwijzing naar de plaats waar de term te vinden is.
  • Review: [overzichtspublicatie, literatuuroverzicht] periodieke publicatie met een uitputtend, systematisch en soms kritisch overzicht van publicaties over een onderwerp.

S

  • Slideshare
  • Sneeuwbalmethode
  • Sociale kaart
  • Startpagina
  • Symbaloo
  • Schermresolutie: zie pixel.
  • Scrollen: rechts en onderaan de webpagina vind je ‘schuifbalkjes’, waarmee je kan navigeren door tekst. Klik met de linker-muisknop op de zwarte driehoek aan het einde de schuifbalk en daarna “rolt” de tekst over het scherm. Als je één keer klikt, ga je één regel hoger of lager.
  • Second Life: (spel)omgeving waarbij je in 3D rondwandelt met je avatar.
  • Secundaire bron: publicatie of document dat samenvattingen of verwijzingen naar primaire bronnen bevat. 3. Secundaire info biedt je een overzicht van de secundaire bronnen voor het sociaal agogisch werk. Voorbeelden zijn catalogi, bibliografieën, encyclopedieën, adresboeken…
  • Selecteren: een blok gegevens of tekst op het scherm markeren om een bewerking uit te voeren.
  • Serendipiteit: term die in het literatuuronderzoek wordt gebruikt om uit te drukken dat men door toeval en intelligentie iets ontdekt waarnaar men niet op zoek was.
  • Server: softwarepakket dat diensten verleent aan een cliënt. Als je info zoekt, functioneert je pc als een afnemer [cliënt]. Pc’s die de informatie verspreiden zijn servers. Ze worden onderhouden door een systeembeheerder en reageren op de opdrachten in de browser.
  • Siso: [schema voor de indeling systematische catalogus in de openbare bibliotheken] classificatiesysteem [een eenvoudige versie van het udc] voor volwassenenliteratuur. Zizo doet dit voor jeugdliteratuur.
  • Slepen: een item verplaatsen door het te selecteren en de muis ingedrukt te houden terwijl je de muis verplaatst.
  • Smiley: zie emoticon.
  • Sneeuwbalmethode: wie informatie zoekt, start bij betrouwbare publicaties die verwijzen naar andere publicaties [via noten en bibliografie]. Zo zoek je verder en verzamel je een referenties. Je kan dit vergelijken met het doorklikken via hyperlinks [hypergedachte].
  • Snelkoppeling: koppeling die verwijst naar een item in je computer of in een netwerk. Dit kan een programma, bestand, map of andere computer zijn.
  • Sneltoetsen: zie klavier.
  • Spelconsole: toestel dat zich gedraagt als een pc met het voornaamste doel het spelen van spellen. Spelgiganten zijn Sony [www.playstation-e3.com], Microsoft [www.xbox360.be] en www.nintendo.be.
  • Spelotheek: organisatie of afdeling van een bibliotheek die zich richt op het verzamelen en uitlenen van spelen, speelgoed en speelleermateriaal.
  • Spiegelsite: kopie van een drukke site die het verkeer ontdubbelt. Nuttig bij downloaden.
  • Stand alone: configuratie waarbij een pc niet is aangesloten op een netwerk.
  • Stopwoord: noise word, een veel voorkomend betekenisloos woord. Een semi-stopwoord is een veel voorkomend woord in een databank met een algemene betekenis.
  • Stripotheek: verzameling en ontlening van strips, al dan niet uitgebaat door een openbare bieb.
  • Summary: zie abstract.
  • Surfen: ongestructureerd zoeken en doorbladeren van het internet via hyperlinks.
  • Systeemherstel: hulpprogramma dat wijzigingen bijhoudt en voor een herstelpunt zorgt voor een wijziging wordt doorgevoerd. Met de wizard systeemherstel selecteer je het herstelpunt.

T

  • Topdomein Landcode
  • Truncatie
  • Twitter
  • Taakbalk: balk met Start onder het bureaublad. Met de knoppen schakel je tussen programma's. De balk is te verbergen of te verplaatsen door over de balk te strijken en beide muisknoppen in te drukken.
  • Taakbeheer: hulpprogramma dat info geeft over programma's en processen. Taakbeheer beëindigt programma's of processen en geeft een overzicht van je computerprestaties.
  • Tabblad: deel van een dialoogvenster waarmee je kan bladeren door secties in het dialoogvenster.
  • Titelbalk: horizontale balk boven een venster met de naam van het venster. Bevat vaak het programmapictogram, de knoppen Maximaliseren, Minimaliseren en Sluiten, en een contextgevoelige Help. Klik rechts op de balk om een menu weer te geven.
  • Toetsenbordindeling: er zijn toetsenbordindelingen voor de tekens en symbolen die in de verschillende talen worden gebruikt. De indeling bepaalt welke tekens verschijnen als je een toets indrukt. Nadat je de indeling wijzigde, corresponderen de schermtekens niet meer met de klaviertekens.
  • Toetsen: zie klavier.
  • Tcp/ip: [Transmission control protocol/internet protocol] verzameling netwerkprotocollen die de communicatie tussen met elkaar verbonden netwerken met verschillende hardwarearchitecturen en verschillende besturingssystemen mogelijk maken.
  • Truncatie: [afkapping, joker, wildcart] zoeken naar woorden met een gemeenschappelijke stam door het gebruik van een asterisk [*]. Bijvoorbeeld tik welzijns* in en je krijgt een lijst van welzijnsacademie tot welzijnszorg.

U

  • URL
  • USB
  • UDC UDC nummers zijn rubrieknummers voor bvb. boeken. In de Katho-bibliotheek in Kortrijk hebben tijdschriften geen UDC nummer maar een aanduiding 'tijdschriften Sociaal Agogisch werk' of 'tijdschriften gezondheidszorg'.
  • Upgraden: programma’s worden opgewaardeerd tot de recentste versie.
  • Usb: [Universal serial bus] externe bus die plug en play ondersteunt [aansluiten van apparaten zonder je pc af te sluiten]. Op één Usb-poort zijn luidsprekers, telefoons, Cd-rom-spelers, joysticks, tapestations, toetsenborden, scanners en camera’s aan te sluiten.
  • Update: periodieke aanvulling van een databank met nieuwe documenten.
  • Uploaden: info naar het net sturen [e-mailen, chatten…] in tegenstelling tot downloaden, info van het net naar je pc halen [afhalen van software…].
  • Url: [universal resource locator] internetpagina-adres.
  • Usenet: [user’s network] discussieforum waar groepen hiërarchisch georganiseerd zijn. Om toegang te krijgen beschik je over een newsreader [een programma dat berichten selecteert, leest en schrijft].

V

  • Vakwoordenboek
  • Vangst
  • Voetnoot
  • Voorwerk
  • Vortal
  • Videotheek: winkel of afdeling van een bibliotheek die videobanden ter beschikking stelt.
  • Virtueel geheugen: zie Ram-geheugen.
  • Virtueel: in elektronische vorm.
  • Virus: computervirus. Waarschuwingen na inschrijven je via http://lists.belnet.be/wws/subrequest/biptvirusinfo. Een overzicht virussen in omloop op www.wildlist.org.

W

  • Web 1.0
  • Web 2.0
  • Web 3.0
  • Webring
  • Wijsheid
  • Wiki
  • Wachtrij: lijst taken die wachten op uitvoering.
  • Wachtwoord: beveiliging om het aanmelden en de toegang tot computersystemen te beperken als een unieke tekenreeks van letters, cijfers en andere tekens.
  • Werkbalk: rij, kolom of blok met knoppen. Klik je op de knoppen, activeer je programmafuncties. De werkbalk in Word bevat knoppen die de opmaak wijzigen, een document openen of opslaan. Werkbalken kan je aanpassen en verplaatsen.
  • Wiki: Ward Cunningham ontwikkelde in 1995 een Wiki om via internet samen te werken. Kennis van webtechnologie en software is tot een minimum gereduceerd.
  • Wisselcollectie: wisselende collectie die door een bibliotheek voor een tijd ter beschikking wordt gesteld van instellingen, bedrijven, uitleenposten en scholen.
  • Wizard: hulp die je per stap helpt bij het installeren van software of het maken van een database.

X

  • X-rated: aanduiding voor elektronische pornografie.

Y

  • Youtube

Z