3. Web 2.0

Web 2.0 toepassingen zijn voor studenten en het sociaal agogisch werkveld handig. Op het eerste zicht zorgde Web 2.0 voor een ogenschijnlijk onoverzichtelijk geheel van interactieve toepassingen. Het is dan ook zinloos om kritiekloos op al deze karren springen. Veelmeer is het nodig dat je de juiste toepassing kan inschakelen bij een welbepaald 'probleem' of 'nood', wetende dat het steeds gaat om 'communicatie'. De waarde of de draagkracht van deze toepassingen correct in schatten, is wat we in het overzicht hieronder proberen te doen. We onderscheiden het on-line zoeken en bijhouden van informatie enerzijds en het zelf verspreiden van informatie anderzijds.
Het is duidelijk dat je diverse instrumenten op het internet gebruikt. Het overzicht dreig je daardoor snel te verliezen. Symballoo biedt hier een antwoord. Lees de tekst Google is god en bekijk daarna de oplossing voor dit probleem.

Varianten op symbaloo zijn:

Deze laatste twee zijn online pc's met al je programma’s en documenten, overal ter wereld op te roepen. Gratis kantoor via OpenOffice.org via je browser. Handig als je regelmatig aan een andere computer werkt. Programma’s: mediaspeler, mail, photoshop-alternatief, writer, calc (spreadsheets), impress (presentaties) en Base (databases). De Nederlandstalige interface en het Azertyklavier zijn handig. Gratis tot één gigabyte online opslagruimte. Printen gebeurt via een PDF-bestand in je échte besturingssysteem.

0. Off-line info bewaren

Je houdt informatie bij om er iets mee te doen. Met negentig procent van de data die je onder ogen krijgt, doe je niets wegens oninteressant, irrelevant, te evident of omdat je niet kan inschatten dat de data relevant zullen zijn. Van de gegevens die je denkt te gebruiken hou je ‘iets’ bij. Je kan ze uit het hoofd leren, ze overschrijven, uitprinten, kopiëren, plakken of toevoegen aan een online desktop. Ga selectief te werk en beperk je tot fragmenten, bladzijdes,… Af en toe kan je de site bewaren of een boek kopiëren. Het voordeel ligt voor de hand. Je wint tijd maar het wekt de indruk dat je veel werk verzette, terwijl de inhoud niet grondig gelezen is. Het uitkiezen van trefwoorden en fragmenten heeft het voordeel dat je verwerkt. Het bewaren van webpagina’s en uitprints beperk je best tot lange, essentiële of noodzakelijke passages, wettelijke en reglementaire bepalingen, cijferreeksen,… die precisie vereisen.

Zorg voor structuur!

Ongeacht de informatiedrager [digitaal of papier] is het comfortabel dat je structuur aanbrengt en alle informatie samenhoudt. Anders is het risico reëel dat je door het bos de bomen niet ziet. Naarmate je meer tijd besteedt aan het opbergen van een document, is er minder tijd nodig om het terug te vinden. Als je informatie digitaal/lokaal bewaart, kan je dit met Windows Verkenner. Maak in de map ‘mijn documenten’ een submap met je project. Benoem je bestanden duidelijk [namen mogen lang zijn] en nummer je versies. Wie meerdere pc’s gebruikt [kot, thuis, de bieb, school…] werkt met USB-stiks of on-line. Een mail naar jezelf voorkomt gevloek maar het gebruik van programmaversies stuurt je lay-out in de war…
Het elektronisch bijhouden van de nota’s kan je in de problemen brengen, zeker als het onderwerp veel zoekwerk vereist. Na een tijd zoeken op internet, na wat kopie- en plakwerk, het overbrengen van gegevens naar Word, Excel, PowerPoint sta je voor een onoverzichtelijke berg bestanden in de map “mijn documenten” waar je geen lijn meer in ziet. Je pc helpt je structureren: sorteren op datum, alfabetisch op de titel, op de datum van wijzigen en op de grootte van je bestand behoren naast een tekstzoeker tot de mogelijkheden. Dit neemt het gissen en missen bij het verwerken van de informatie echter niet weg. Enkele strategieën die je kan combineren.

Off line Strategie 1

Om al dit geduvel te vermijden, maak je bij het begin van je onderzoek thematische mappen. Een website, een tekst of een fragment belichten verschillende aspecten van het onderwerp. Download de bestanden naar een thematische map en sla de documenten op onder een duidelijke naam. De werkwijze bespaart je energie bij het [her]klasseren van de gegevens en bij het schrijven van je eindproduct. Als je niet op voorhand weet hoe je onderwerp te thematiseren, gebruik je een andere strategie.

Off line Strategie 2

Knip en plak alle relevante gegevens uit een tekst onder elkaar in één document. Voor het gebruiksgemak ontdoe je de tekst van alle opmaak en frames. Dit kan op twee manieren. Ofwel doe je dit door de geselecteerde tekst van het internet eerst een bad te geven in je kladblok [.txt]: selecteer een tekst op internet, kopieer die en plak ze in je kladblok. Druk daarna terwijl je cursor in de kladblok staat op de toetsen Ctrl en A. Klik op de rechtermuisknop en kies knippen of kopiëren en plak nu je tekst in een Worddocument. Deze werkwijze ontdoet de tekst niet alleen van alle opmaak, je computer zal effectief minder foutmeldingen geven. Een andere methode is sneller. Selecteer een tekst, kopieer die en in Word kies je Bewerken/plakken_speciaal/niet opgemaakte tekst. Nu ziet je tekst er uniform en makkelijk hanteerbaar uit. Elke gedachte scheid je van een andere door tweemaal Enter. Codeer elke gedachte met een cijfer of een tag. Codeer elke deelgedachte met een deelcijfer. De functie Tabel/sorteren of de functies Bewerken/Zoeken met Bewerken/knippen/kopiëren/plakken besparen tijd en creëren soms nieuwe inzichten. Bovendien heb je een handige toegangspoort tot je verzameling én breng je het origineel samen. Uiteraard kijk je uit voor letterlijke passages en ideeën die je bij anderen haalt. Daarom is een referentiesysteem noodzakelijk.

Off line Strategie 3

Google desktop search zoekt naar alle documenten in je pc [niet op netwerkschijven]. Je kan het vergelijken met de functie zoeken [via start], maar dan snel en complexloos. Na het downloaden van de Desktop search voert Google éénmaal een scan uit, waardoor de machine precies weet wat er in je pc steekt. Google Desktop Search zoekt fulltext in de mailberichten, bestanden van Word, Acrobat, Excel, PowerPoint, afbeeldingen, muziek- en videobestanden… Het volstaat dus om de juiste trefwoordencombinatie voor een document te bedenken om het te vinden.

1. On-line bijhouden van info

Als je informatie on line wil structureren kan dit door je favorieten te beheren in de browser. Het is tijdrovend en helaas is je browser daar niet voor uitgerust. Hulpprogramma’s bieden extra’s. Van Favorites Inspector [www.candlelight.com] kun je een beperkte versie gratis [vijftig favorieten] downloaden. Het programma test je favorieten: rood betekent dat de pagina niet meer bestaat, geel dat de webpagina niet tijdig bereikt wordt en groen dat de link ok is of dat er nieuwe info op staat. Andere zijn: http://www.handyarchive.com/free/favorites, [betalend], http://www.abcshortcuts.com [gratis].

2. Informatie verspreiden

Zoek de gepaste communicatietechnologie voor wat jij wil realiseren.

SMS-op internet?

Tja, het bestaat: boodschappen doorgeven van maximun 140 karakters. Dat doe je via Twitter. Over de pro’s en contra’s zie: http://passiveobserver.net/2008/04/01/twitter. Sommigen vergelijken Twitter met een gouden kooi waar iedereen fluit, maar niemand luistert. Ik zie het meer als een SMS-kanaal of de CB (CitizenBroadcast) van vroeger.

Bloggen?

Een dagboek? Neem een blog.

  • Stap 1: Kies een basislocatie op het net. Verschillende servers laten je toe om een je blog-url te maken. Kies er eentje waarvan de lay-out bij je wensen aansluit (je kan je die lay-out slechts ten dele zelf maken, en net omwille van die beperkte mogelijkheden is het goed dat je eerst even een webverkenning doet). Aanbieders zijn: http://www.bloggen.be, http://www.bloghost.be, https://www.blogger.com of http://blogs.skynet.be. Kijk eens in de toplijsten, de zogezegd beste blogs tonen de lay-outmogelijkheden.
  • Stap 2: Kaak een account, voeg je gegevens in en kies een eigen blognaam en kies je layout.
  • Stap 3: Begin er aan: tekst schrijven / categorieën maken / links en afbeeldingen toevoegen is makkelijk. De volgende stap is widgets zoeken en toevoegen. Widgets zijn codes die je kan plakken en die voor een toepassing zorgen zoals een bezoekersteller, letters die knipperen.

Sociaal of professioneel netwerk?

Je sociale netwerk? Gebruik Facebook, Linkedin of MySpace.

Projectmatig samenwerken?

Gebruik een wiki.

Presentaties?

Foto en video?

Toon je foto’s en video via Flickr, Picassa of Youtube. Ga als volgt te werk bij Youtube.

  1. Ga naar http://www.youtube.com/signup.
  2. Vul je profiel in en je bent vertrokken. Je maakt een password en een naam waarmee je weg kan. Denk na over een logische naam.
  3. Vervolgens krijg je een button op je scherm waarin je kan uploaden (gele knop). Die is gewoon in te drukken en je kan bladeren in je pc naar je filmpje.
  4. Kies het bestand/filmpje uit. Upload het en dan blijft het een tijdje ‘pending’ of zwevend. Dat komt vanzelf goed. Probeer eerst eens met een korte/niet al te zware movie. Dit duurt wel even…
  5. Eenmaal op youtube, krijgt het filmpje een url en een embed code. De link kan je doorsturen naar je kennissen, de embedcode zorgt voor een integratie in je blog, je wiki of iets anders…

Verder lezen

VOITHOFER R. Web 2.0: What is it and how can it apply tot teaching and teacher preparation. The Ohio State University, 2007.
Deze pagina uit De Morgen is interessant: http://sadan.wdfiles.com/local--files/3-web-2-0/MeMyBeretta.pdf. Niet alleen omwille van het artikel dat Stefaan en ikzelf schreven, kijk naar het bovenstaande artikel over de vrijheid van meningsuiting: de man heeft overschot van gelijk.